Add parallel Print Page Options

Je weet wat Joab, de zoon van Zeruja, mij heeft aangedaan. Hij heeft in vredestijd twee aanvoerders van het leger van Israël vermoord: Abner de zoon van Ner, en Amasa de zoon van Jeter.[a] Hij is schuldig aan de dood van twee onschuldige mensen. Hij heeft hen in vredestijd gedood.

Read full chapter

Luister nu naar mijn aanwijzingen. Je weet dat Joab mijn twee opperbevelhebbers heeft vermoord, Abner en Amasa. Hij beweerde dat dat in tijd van oorlog gebeurde, maar dat is niet waar, het was vrede toen het gebeurde. Er kleeft dus bloed aan zijn handen.

Read full chapter