Add parallel Print Page Options

21 Toen Henoch[a] (= 'toegewijd') 65 jaar was, kreeg hij een zoon: Metusala. 22 Nadat Metusala (= 'als hij gestorven is, zal het gebeuren')[b] was geboren, leefde Henoch nog 300 jaar lang met God. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 23 Hij werd 365 jaar. 24 Henoch leefde met God. En opeens was hij er niet meer, want God had hem meegenomen naar de hemel.

Read full chapter

Footnotes

  1. Genesis 5:21 Lees ook Judas 1:14.
  2. Genesis 5:22 Wát zal er dan gebeuren? De grote overstroming! (Lees Genesis 6). Kennelijk had God al aan Henoch, die aan Hem toegewijd was, laten weten wat Hij zou gaan doen met de aarde. Metusala leefde heel erg lang. Zó lang had God nog geduld met de mensen voordat Hij de aarde verwoestte door het water.