Add parallel Print Page Options

De dagen van Babel zijn geteld

13 Dit is de profetie die God aan Jesaja, de zoon van Amoz, over Babel gaf.

Laat de vlaggen en de vaandels wapperen als de vijand tot de aanval overgaat. Roep naar hen, Israël, en geef een teken wanneer zij optrekken tegen Babel om de paleizen van de rijken en de machthebbers te vernietigen. Ik, de Here, heb mijn heilige legers bevel gegeven, Ik heb mijn helden opgeroepen mijn vonnis te voltrekken, ze juichen over mijn overwinning.

Luister eens naar het rumoer in de bergen! Luister naar het geluid van het marcherende leger! Het is het lawaai en de roep van vele volken. Vanuit verre landen heeft de Here van de hemelse legers hen daar gebracht. Zij zijn de wapens die zijn hand tegen u, o Babel, hanteert. Zij dragen zijn toorn met zich mee en zullen uw hele land met de grond gelijk maken. Jammer, want de tijd van de Here is nu gekomen, de tijd dat de Almachtige u verwoest. Uw armen zijn verlamd door angst. De moedigste harten smelten en zijn bang. De angst grijpt u met pijnlijke scheuten, zoals de weeën een zwangere vrouw overvallen. U kijkt elkaar radeloos aan, de schrik staat op uw gezicht te lezen. Want kijk, de dag van de Here is in aantocht, de vreselijke dag van zijn verbolgenheid en vurige toorn. Het land zal worden vernietigd, evenals alle zondaars. 10 De hemelen boven hen zullen donker zijn. De sterren, de zon en de maan zullen geen licht geven. 11 En Ik zal de wereld straffen voor haar kwaad, alle inwoners voor hun zonden. Ik zal de arrogantie van de trotse man en de hooghartigheid van de rijke neerslaan. 12 Mensen zullen schaars zijn als goud, zeldzamer dan het goud van Ofir. 13 Want Ik zal de hemelen door elkaar schudden in mijn vreselijke toorn en de aarde zal van haar plaats worden gebracht. 14 De legers van Babel zullen vluchten totdat zij uitgeput zijn. Zij trekken terug naar hun eigen land als een hert dat wordt achtervolgd door honden. Zij dwalen rond als schapen die alleen zijn gelaten door hun herder. 15 Wie niet vlucht, zal neergestoken worden. 16 Hun kinderen zullen voor hun ogen worden verpletterd, hun huizen geplunderd, hun vrouwen verkracht. 17 Want Ik zal de Meden tegen Babel opzetten en geen enkel bedrag in zilver of goud zal hen kunnen afkopen. 18 De aanvallende legers zullen geen medelijden hebben met de jonge mensen van Babel, met babyʼs of met kinderen. 19 Zo zal Babel, het luisterrijkste van alle koninkrijken, de bloem van de Chaldese cultuur, net zo volledig worden verwoest als Sodom en Gomorra, toen de Here vuur uit de hemel stuurde. 20 Babel zal voor eeuwig worden vernietigd. Generatie na generatie zal voorbij gaan, maar het land zal nooit meer worden bewoond. De nomaden zullen er zelfs geen kamp opslaan. En de herders zullen hun schapen er niet laten overnachten. 21 Wilde woestijndieren zullen het bewonen en huilende beesten zullen zich in de vervallen huizen ophouden. Er zullen struisvogels leven en geesten zullen er komen om te dansen. 22 Hyenaʼs en jakhalzen zullen in de paleizen rondlopen. De dagen van Babel zijn geteld, de dag van de verwoesting is nabij.

Gods woorden over Babel

13 De Heer liet aan Jesaja zien wat er met Babel zal gebeuren.[a] Hij moest van de Heer tegen de mensen zeggen:

De Heer zegt: "Zet een vlag neer op een hoge heuvel, als teken voor de strijd. Roep de mensen samen. Steek je hand op als teken voor de aanval. Laat hen de paleispoorten van Babel binnenvallen. Ik heb mijn bevelen gegeven aan het volk dat Ik heb uitgekozen. Ik heb mijn helden de opdracht gegeven Babel voor Mij te straffen. Ze juichen van blijdschap over mijn kracht."

In de bergen klinkt het gedreun van een groot leger. Het is het lawaai van volken die zich hebben verzameld. De Heer van de hemelse legers verzamelt zijn legers. Ze komen uit een ver land, van het einde van de aarde. Ze zijn het wapen dat de Heer zal gebruiken om dat hele land (Babylonië) mee te straffen. Huil! Want de dag van Gods straf komt eraan! De Almachtige God komt met een verwoestende kracht die alles vernietigt. De mensen zullen verlamd zijn van angst. Ze zullen alle moed verliezen. Ja, ze zullen buikpijn hebben van angst. Radeloos zullen ze elkaar aankijken. De vlammen zullen hun uitslaan van angst.[b]

De dag van Gods straf staat voor de deur. Een verschrikkelijke dag waarop de woede van de Heer zichtbaar wordt. Hij zal het land verwoesten. De mensen die Hem niet gehoorzaamden, zullen worden vernietigd. 10 De sterren zullen geen licht meer geven. Bij zonsopkomst zal de zon zwart zijn. De maan zal niet meer schijnen. 11 De Heer zegt: "Ik ga de wereld straffen voor zijn slechtheid. Ik ga de mensen die zich niets van Mij aantrekken, vernietigen. Ik zal een einde maken aan de trots van die eigenwijze mensen. De machtige, wrede heersers zullen voor Mij moeten buigen. 12 Ik vernietig hen. Ik maak de mensen zo zeldzaam als goud, zo zeldzaam als zuiver goud uit Ofir. 13 De hemel zal schudden en de aarde zal beven als Ik mijn woede over de wereld uitstort. 14 De mensen zullen als opgejaagde herten en als schapen zonder herder op de vlucht slaan. Iedereen zal vluchten naar zijn eigen volk en zijn eigen land. 15 Iedereen die ontdekt wordt, wordt neergestoken. Iedereen die wordt gegrepen, wordt gedood. 16 Ze zullen zien hoe hun kinderen worden gedood, hun huizen leeggeroofd en hun vrouwen verkracht.

17 Let op, Ik stuur de Meden op Babel af. Ze geven niets om zilver. Goud interesseert hen niet. Ze laten zich met geen enkel bedrag omkopen tot vrede. 18 Hun bogen schieten jonge mannen neer. Ze hebben met niemand medelijden. Zelfs baby's en kinderen worden gedood. 19 En Babylonië, het mooiste van alle koninkrijken, het land waar alle Babyloniërs trots op waren, zal verwoest worden. Het zal net zo worden als Sodom en Gomorra toen die door God ondersteboven waren gekeerd. 20 Nooit zal er nog iemand wonen. Geen Arabier zal er zijn tent opzetten. Geen herder zal er met zijn kudde rondtrekken. 21 Er zullen alleen jakhalzen wonen. In de huizen zullen uilen wonen. Er zullen struisvogels lopen en duivelse geesten rondspringen. 22 In de burchten en prachtig versierde paleizen zullen allerlei wilde dieren wonen. Binnenkort gaat dit gebeuren. De dagen van Babel zijn geteld."

Footnotes

  1. Jesaja 13:1 Sommige delen hiervan zijn al werkelijkheid geworden. Maar ook is er een 'tweede laag' aanwezig van dingen die nog steeds moeten gebeuren. Hoofdstuk 13 vers 19 tot 21 en hoofdstuk 14 vers 2 en 3 zijn bijvoorbeeld nog niet gebeurd. Daar wordt met 'Babylonië' niet werkelijk het vroegere land Babylonië bedoeld, maar een machtig land aan het eind van de tijd. Lees Openbaring 16:19 en Openbaring 18.
  2. Jesaja 13:8 Dit is te lezen in Daniël 5:1, 5, 25-30. De stad Babel werd onverwachts, in één nacht, veroverd door het leger van Medië en Perzië. Maar vanaf vers 9 lijkt het te gaan over het eind van de tijd.

A Prophecy Against Babylon

13 A prophecy(A) against Babylon(B) that Isaiah son of Amoz(C) saw:(D)

Raise a banner(E) on a bare hilltop,
    shout to them;
beckon to them
    to enter the gates(F) of the nobles.
I have commanded those I prepared for battle;
    I have summoned my warriors(G) to carry out my wrath(H)
    those who rejoice(I) in my triumph.

Listen, a noise on the mountains,
    like that of a great multitude!(J)
Listen, an uproar(K) among the kingdoms,
    like nations massing together!
The Lord Almighty(L) is mustering(M)
    an army for war.
They come from faraway lands,
    from the ends of the heavens(N)
the Lord and the weapons(O) of his wrath(P)
    to destroy(Q) the whole country.

Wail,(R) for the day(S) of the Lord is near;
    it will come like destruction(T) from the Almighty.[a](U)
Because of this, all hands will go limp,(V)
    every heart will melt with fear.(W)
Terror(X) will seize them,
    pain and anguish will grip(Y) them;
    they will writhe like a woman in labor.(Z)
They will look aghast at each other,
    their faces aflame.(AA)

See, the day(AB) of the Lord is coming
    —a cruel(AC) day, with wrath(AD) and fierce anger(AE)
to make the land desolate
    and destroy the sinners within it.
10 The stars of heaven and their constellations
    will not show their light.(AF)
The rising sun(AG) will be darkened(AH)
    and the moon will not give its light.(AI)
11 I will punish(AJ) the world for its evil,
    the wicked(AK) for their sins.
I will put an end to the arrogance of the haughty(AL)
    and will humble(AM) the pride of the ruthless.(AN)
12 I will make people(AO) scarcer than pure gold,
    more rare than the gold of Ophir.(AP)
13 Therefore I will make the heavens tremble;(AQ)
    and the earth will shake(AR) from its place
at the wrath(AS) of the Lord Almighty,
    in the day of his burning anger.(AT)

14 Like a hunted(AU) gazelle,
    like sheep without a shepherd,(AV)
they will all return to their own people,
    they will flee(AW) to their native land.(AX)
15 Whoever is captured will be thrust through;
    all who are caught will fall(AY) by the sword.(AZ)
16 Their infants(BA) will be dashed to pieces before their eyes;
    their houses will be looted and their wives violated.(BB)

17 See, I will stir up(BC) against them the Medes,(BD)
    who do not care for silver
    and have no delight in gold.(BE)
18 Their bows(BF) will strike down the young men;(BG)
    they will have no mercy(BH) on infants,
    nor will they look with compassion on children.(BI)
19 Babylon,(BJ) the jewel of kingdoms,(BK)
    the pride and glory(BL) of the Babylonians,[b]
will be overthrown(BM) by God
    like Sodom and Gomorrah.(BN)
20 She will never be inhabited(BO)
    or lived in through all generations;
there no nomads(BP) will pitch their tents,
    there no shepherds will rest their flocks.
21 But desert creatures(BQ) will lie there,
    jackals(BR) will fill her houses;
there the owls(BS) will dwell,
    and there the wild goats(BT) will leap about.
22 Hyenas(BU) will inhabit her strongholds,(BV)
    jackals(BW) her luxurious palaces.
Her time is at hand,(BX)
    and her days will not be prolonged.(BY)

Footnotes

  1. Isaiah 13:6 Hebrew Shaddai
  2. Isaiah 13:19 Or Chaldeans