Add parallel Print Page Options

15 Vanaf de dag van dit offer moeten jullie zeven hele weken aftellen. Sinds de dag van dat offer moeten er zeven heilige rustdagen geweest zijn. 16 Je moet tellen tot de dag ná de zevende heilige rustdag. Dat zijn 50 dagen. Op die 50e dag moeten jullie weer een meel-offer aan Mij offeren. 17 Jullie moeten twee broden meebrengen, voor een beweeg-offer. Die broden moeten worden gebakken van 2/10 efa (4,4 liter) fijn meel, met gist. Die broden moeten jullie voor Mij bakken van het eerste deel van de oogst. 18 Bij dat brood moeten jullie zeven gezonde vrouwtjes-schapen, een jonge stier en twee mannetjes-schapen offeren. Ze zijn voor een brand-offer voor Mij, met de meel-offers en de wijn-offers die daarbij horen. Als jullie het zó doen, ben Ik blij met de offers. 19 Ook moeten jullie een mannetjes-geit als vergevings-offer offeren, en twee vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. 20 En de priester moet de broden en de twee schapen naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Zo geven jullie ze aan Mij. Daarna zijn ze voor de priester.

Read full chapter