Add parallel Print Page Options

De brand-offers

De Heer zei tegen Mozes: "Geef Aäron en zijn zonen de volgende wetten voor de dagelijkse brand-offers. Het brand-offer dat 's avonds geofferd wordt, moet de hele nacht, tot de volgende ochtend, op het vuur op het altaar blijven liggen branden. Het vuur op het altaar moet de hele nacht aan blijven. 10 De volgende ochtend moet de priester zijn linnen onderkleren en bovenkleren aandoen.[a] Daarna moet hij de as van het verbrande dier van het altaar halen. Die as moet hij naast het altaar gooien. 11 Daarna moet hij zijn priesterkleren uitdoen en zijn gewone kleren aantrekken. Dan moet hij de as buiten het tentenkamp brengen, naar een reine plaats.

12 Het vuur op het altaar moet altijd blijven branden. Het mag nooit uitgedoofd worden. Elke ochtend moet de priester nieuw hout op het vuur leggen, het ochtendbrand-offer er op leggen en daarop het vet van de dank-offers. 13 Het vuur op het altaar moet altijd blijven branden. Het mag nooit uitgedoofd worden."[b]

Read full chapter

Footnotes

  1. Leviticus 6:10 Lees Exodus 28:1-5.
  2. Leviticus 6:13 Lees verder over de dagelijkse brand-offers in Exodus 29:36-42.

Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Geef Aäron en zijn zonen de volgende voorschriften betreffende het brandoffer: het brandoffer zal de hele nacht op het vuur van het altaar blijven liggen, terwijl het vuur blijft branden. 10 De volgende morgen zal de priester zijn linnen onderkleding en bovenkleding aantrekken en zal hij de as van het brandoffer weghalen en naast het altaar neerleggen. 11 Daarna zal hij zijn kleren verwisselen en de as naar een reine plaats buiten het kamp brengen. 12 Intussen moet het vuur op het altaar blijven branden, het mag niet uitgaan. De priester moet elke morgen nieuw hout op het vuur leggen en het dagelijkse brandoffer en het vet van het dagelijkse vredeoffer erop verbranden. 13 Het vuur op het altaar moet altijd brandende worden gehouden. Het mag niet uitgaan.

Read full chapter