Add parallel Print Page Options

Inleiding

In dit boek staat wat Nahum uit Elkos van God moest zeggen over de stad Ninevé.

Ninevé zal worden veroverd

De Heer is een jaloers God. Hij wil niet dat de mensen andere goden aanbidden. Hij straft zijn vijanden streng. De Heer is heel geduldig, maar ook heel machtig. Hij laat geen kwaad ongestraft. Waar Hij gaat, stormt een orkaan. De wolken zijn het stof rond zijn voeten. Als Hij het wil, valt de zee droog. Hij laat de rivieren opdrogen. De graslanden van Basan, de bomen op de Karmel en de bossen op de Libanon verdorren. De bergen beven voor Hem en de heuvels schudden. Als Hij komt, schudt de aarde en beven de bewoners. Wie zal in leven blijven als Hij kwaad is? Wie zal zijn woede kunnen overleven? Zijn woede is als de hitte van een vuur waarvan zelfs de rotsen barsten.

De Heer is goed. Hij is een sterke Helper in tijd van nood. Hij zorgt voor de mensen die op Hem vertrouwen. Door een grote overstroming[a] maakt Hij een eind aan de stad Ninevé. Hij jaagt zijn vijanden de dood in. Hoe durven jullie tegen de Heer in opstand te komen? Hij zal er een eind aan maken. Zijn volk zal geen tweede keer door Assur worden bedreigd.

10 De bewoners van Ninevé zijn als in elkaar vasthakende doornstruiken. Ze zijn dronkenlappen die allerlei plannen maken. Maar van die plannen komt niets terecht. Er blijft niets van hen over, zoals gras dat in het vuur helemaal verbrandt.

11 Uit jou, Ninevé, komt iemand die in opstand is gekomen tegen de Heer. Hij zit vol misdadige plannen.[b] 12 De Heer zegt: Al zijn er nog zoveel Assyriërs en al zijn ze nog zo sterk, toch zullen ze worden weggemaaid. Er zal niets van hen overblijven. Ik heb je vernederd, Jeruzalem, maar Ik zal dat niet nóg een keer doen. 13 Nu zal Ik een eind maken aan de onderdrukking. Ik zal het juk[c] van Assur van je nek afhalen en stukbreken. Ik zal de banden waarmee het vastzat, kapot scheuren.

14 De Heer zegt tegen de koning van Ninevé: uw familie zal niet blijven bestaan. Uw naam zal worden vergeten. Ik zal de godenbeelden in uw tempel stukslaan. Ik zal Zelf uw graf graven, want u mag niet langer blijven leven.

15 Let op, over de bergen komen boodschappers met goed nieuws naar Juda. Vier je feesten weer, Juda! Breng Mij de offers die je Mij hebt beloofd. Want voortaan zal die wrede koning niet meer in je land komen. Hij is verslagen, helemaal vernietigd.

Footnotes

  1. Nahum 1:8 Inderdaad werd Ninevé later veroverd doordat een overstroming een groot deel van de stadsmuur vernielde. Zo lag de stad open voor de vijand.
  2. Nahum 1:11 Dit zou kunnen gaan over koning Sanherib. Lees 2 Koningen 19:20-24.
  3. Nahum 1:13 Een juk is een soort houten balk die dwars over de nek van een os werd gelegd, waarna het met banden aan de os en aan een ploeg werd vastgemaakt. Zo kon een os gedwongen worden om een ploeg te trekken. In de hele bijbel is een juk een symbool van onderdrukking en slavernij.

Profetie over Ninevé

Dit is de profetie over Ninevé die God aan Nahum uit Elkos heeft gegeven.

God waakt met jaloezie over zijn eer. In zijn toorn neemt Hij wraak op alle mensen die tegen Hem in opstand komen. De Here vernietigt al zijn tegenstanders. De Here is erg geduldig, maar ook heel sterk en Hij laat niet ongestraft wie schuldig blijkt te zijn. Hij toont zijn kracht in wervelwinden en storm. De wolken zijn als stof onder zijn voeten. Op zijn bevel drogen de zee en de rivieren op. De malse weiden van Basan en Karmel verdorren, evenals de groene bossen van de Libanon. Bergen beven voor Hem, heuvels smelten weg. De aarde beeft en raakt uit haar evenwicht, haar bewoners worden vernietigd. Wie kan standhouden tegen deze wrekende God? Wie houdt zich staande bij zijn geweldige toorn, die is als vuur, rotsen springen erdoor aan stukken.

De Here is goed. Hij is een helper in de nood, een schuilplaats voor allen die op Hem vertrouwen. Maar zijn vijanden vaagt Hij weg met een reusachtige watervloed, hij jaagt hen de dood, de duisternis in. Wat voor plannen bent u tegen de Here aan het beramen? Hij zal er in één klap een eind aan maken, Hij zal geen tweede keer tegen u hoeven op te treden! 10 Hij gooit zijn vijanden, die zich gedragen als een stel dronkemannen, in het vuur als een verwarde bos dorens. Als een bos droog stro vatten zij vlam en worden verbrand. 11 Wat is die koning van u die een complot smeedde tegen de Here? Wat is dat voor een man die zulke boze plannen beraamt? 12 ‘Al bouwt hij een leger op van miljoenen soldaten,’ zegt de Here, ‘toch zal dat volledig worden vernietigd.’ Maar tegen zijn volk zegt Hij: ‘Ik heb u vernederd, maar zal u niet langer straffen. 13 Ik zal uw boeien aan stukken breken en het juk van slavernij dat deze Assyrische koning u heeft opgelegd, van u afnemen.’ 14 En tegen die koning zegt de Here: ‘Ik ga een eind maken aan het voortbestaan van uw vorstenhuis. Ik zal uw tempels met zijn gesneden en gegoten afgodsbeelden verwoesten. Ikzelf zal uw graf delven, want u bent het leven niet waard!’

15 Kijk, daar komen de boodschappers langs de berghellingen naar beneden rennen met goed nieuws: ‘Het is weer vrede!’ Juda, vier vandaag feest en aanbid alleen de Here zoals u hebt beloofd! Want uw vijand uit Ninevé zal nooit meer een voet in uw land zetten, hij is volkomen vernietigd.