Add parallel Print Page Options

24 Een psalm van David.

De aarde en al haar rijkdom
zijn van de Here!
Hij drong het water terug,
zodat droog land tevoorschijn kwam.
Wie kan de berg van de Here beklimmen
en binnengaan in de plaats waar Hij woont?
Wie kan voor de Here staan?
Alleen zij die schone handen en zuivere harten hebben,
die zich niet inlaten met oneerlijkheid en leugens.
Zij zullen als een zegen van God
zijn goedheid in hun leven ervaren.
Die reikt Hij, hun verlosser, hun Zelf toe.
Zij mogen voor de Here komen staan
en Hem, de God van Jakob, hulde brengen.
Ga toch open, eeuwenoude poorten,
en laat de geëerde Koning binnen!
Wie die geëerde Koning is?
De Here, sterk en machtig,
onoverwinnelijk in de strijd!
Ja, zet de poorten wijd open
en laat de geëerde Koning binnengaan.
10 Wie die geëerde Koning is?
Hij is de Here van alle hemelse legers.
Hij is de Koning, die alle eer toekomt.

Psalm 24

Een lied van David.

De aarde is van de Heer, met alles wat daarop is.
De hele wereld is van Hem, met alle mensen die er wonen.
Want Hij heeft de aarde op de zeeën neergezet.
Hij plaatste de aarde op het water.

Wie mogen de berg van de Heer beklimmen?
Wie mogen er in zijn heiligdom komen?
Mensen die geen slechte dingen doen,
geen slechte dingen bedenken
en geen dingen zweren die niet waar zijn.
De Heer zal goed zijn voor zulke mensen.
Hun God zal voor hen opkomen.
Zij verlangen naar Hem, zoeken Hem.
Ze willen de God van Jakob dienen.

Poorten, ga open!
Ga wijd open, eeuwen-oude deuren!
Dan kan de machtige Koning binnen komen.
Wie is die geweldige Koning toch?
Het is de Heer, sterk en machtig.
Het is de Heer, sterk in de strijd.
Poorten, ga open!
Ga wijd open, eeuwen-oude deuren!
Dan kan de machtige Koning binnen komen.
10 Wie is die geweldige Koning toch?
Het is de Aanvoerder van de hemelse legers.
Hij is de machtige Koning.

Psalm 24

Of David. A psalm.

The earth is the Lord’s,(A) and everything in it,
    the world, and all who live in it;(B)
for he founded it on the seas
    and established it on the waters.(C)

Who may ascend the mountain(D) of the Lord?
    Who may stand in his holy place?(E)
The one who has clean hands(F) and a pure heart,(G)
    who does not trust in an idol(H)
    or swear by a false god.[a]

They will receive blessing(I) from the Lord
    and vindication(J) from God their Savior.
Such is the generation of those who seek him,
    who seek your face,(K) God of Jacob.[b][c]

Lift up your heads, you gates;(L)
    be lifted up, you ancient doors,
    that the King(M) of glory(N) may come in.(O)
Who is this King of glory?
    The Lord strong and mighty,(P)
    the Lord mighty in battle.(Q)
Lift up your heads, you gates;
    lift them up, you ancient doors,
    that the King of glory may come in.
10 Who is he, this King of glory?
    The Lord Almighty(R)
    he is the King of glory.

Footnotes

  1. Psalm 24:4 Or swear falsely
  2. Psalm 24:6 Two Hebrew manuscripts and Syriac (see also Septuagint); most Hebrew manuscripts face, Jacob
  3. Psalm 24:6 The Hebrew has Selah (a word of uncertain meaning) here and at the end of verse 10.