Add parallel Print Page Options

Psalm 126

Een pelgrimslied.[a]

Het leek wel een droom,
toen wij die gevangen waren meegenomen,
weer naar Jeruzalem terug konden gaan.[b]
We lachten en we juichten.
De andere volken zeiden:
"De Heer heeft iets geweldigs bij hen gedaan!"
Ja, de Heer heeft iets geweldigs bij ons gedaan.
We zijn er zó blij over!

Heer, breng verandering in ons lot,
zoals de droogstaande beken in de woestijn
weer gevuld worden door de regen.
Ook al huil je terwijl je zaait,
je zal juichen terwijl je maait.
De zaaier loopt huilend te zaaien omdat hij dat graan niet zal kunnen eten.
Maar als hij zijn oogst binnenhaalt,
loopt hij te juichen met zijn armen vol graan.

Footnotes

  1. Psalmen 126:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.
  2. Psalmen 126:1 Het koninkrijk Juda was veroverd door de koning van Babel. Hij had Jeruzalem verwoest en de bewoners gevangen meegenomen naar zijn land. Lees 2 Koningen 25:8-15. Na 70 jaar mocht een deel van de bewoners teruggaan naar Jeruzalem. Lees Ezra 1.