Add parallel Print Page Options

Spreuken van Salomo (vervolg)

12 Je bent verstandig als je naar een waarschuwing luistert.
Maar als je dat niet doet, ben je onverstandig.

De Heer is blij met een goed mens.
Maar slechte mensen straft Hij.

Slechte mensen komen ten val.
Maar goede mensen staan zo stevig als een boom
die zijn wortels diep in de grond heeft.

Een goede vrouw is een kroon voor haar man.
Maar een vrouw die hem voor schut zet, is als een ziekte in zijn botten.

Goede mensen bedenken alleen eerlijke en rechtvaardige dingen.
Slechte mensen zijn alleen maar kwaad van plan.

De woorden van slechte mensen zijn dodelijk.
Maar de woorden van eerlijke mensen brengen redding.

Slechte mensen komen ten val en zijn er niet meer.
Maar de familie van goede mensen zal altijd blijven bestaan.

Hoe verstandiger een mens is, hoe meer hij wordt geprezen.
Maar een dwaas mens wordt geminacht.

Het is beter om niet rijk te zijn en maar één knecht te hebben,
dan te doen alsof je heel rijk bent terwijl je nauwelijks iets te eten hebt.

10 Goede mensen weten hoe ze voor hun vee moeten zorgen.
Slechte mensen zijn alleen maar wreed.

11 Als je op je akker werkt, zul je voldoende te eten hebben.
Maar als je met nietsnutten omgaat, heb je geen verstand.

12 Slechte mensen zijn jaloers op de rijkdom van andere slechte mensen.
Maar alleen wat goede mensen doen, levert werkelijk iets op.

13 Een leugenaar loopt door zijn eigen leugens in de val.
Maar een goed mens wordt uit zijn moeilijkheden gered.

14 Als je goede dingen zegt, zal het daardoor met jezelf ook goed gaan.
Je wordt beloond voor de goede dingen die je hebt gedaan.

15 Een dwaas vindt altijd dat hij op de goede weg is.
Maar iemand die wijs is, luistert naar goede raad.

16 Een dwaas laat het onmiddellijk merken als hij kwaad is.
Maar een verstandig mens verbergt het.

17 Een getuige die de waarheid spreekt, werkt mee aan rechtvaardige rechtspraak.
Een getuige die liegt, werkt mee aan bedrog.

18 De woorden van sommige mensen lijken op messteken.
Maar de woorden van wijze mensen zijn genezend.

19 De waarheid zal altijd blijven bestaan.
Leugens komen altijd snel aan het licht.

20 Slechte mensen zitten vol leugens en bedrog.
Maar mensen die op vrede uit zijn, zijn vol blijdschap.

21 Goede mensen zullen nooit door rampen worden getroffen.
Maar slechte mensen overkomt de ene ramp na de andere.

22 De Heer haat het als mensen liegen.
Maar Hij is blij met mensen die te vertrouwen zijn.

23 Wijze mensen houden zich stil over hun wijsheid.
Maar dwaze mensen bazuinen hun dwaasheid rond.

24 IJverige mensen worden machtig.
Maar luie mensen komen in slavernij.

25 Iemand die zich zorgen maakt, wordt treurig.
Maar van een vriendelijk woord wordt een mens blij.

26 Een goed mens geeft goede raad aan andere mensen.
Maar een slecht mens brengt anderen op een dwaalspoor.

27 Een luie jager heeft niets te braden.
Maar een ijverig mens wordt rijk.

28 Een goed mens zal leven vinden.
Maar slechte mensen komen uit bij de dood.

12 Wie de onderwijzing naar waarde schat, weet ook de opgedane kennis te waarderen. Wie echter de bestraffing haat, is onverstandig.
Een goed mens vindt genade in de ogen van de Here, maar een boosdoener beschouwt Hij als een goddeloze, die zijn straf verdient.
De goddeloosheid doet de mens geen goed, maar de rechtvaardigen blijven standvastig, als een boom met sterke wortels.
Een goede vrouw is een sieraad voor haar man, maar een vrouw die zich onverstandig gedraagt, maakt het leven van haar man kapot.
De gedachten van rechtvaardige mensen zijn goed, maar wat de goddelozen uitbroeden is bedrog.
Woorden van goddeloze mensen zijn gericht op bloedvergieten en geweld, maar als een oprechte spreekt, brengt dat redding.
De goddelozen worden uitgeroeid zonder een spoor na te laten, maar de rechtvaardige blijft bestaan.
Wie laat zien dat hij verstandig is, wordt door iedereen geprezen, maar wie niet oprecht is, wordt een voorwerp van verachting.
Beter een bescheiden mens met één knecht, dan een opschepper die niet genoeg te eten heeft.
10 De rechtvaardige zorgt goed voor al zijn dieren, maar goddelozen zijn wreed en kennen geen medelijden.
11 Wie zijn land bewerkt, heeft steeds genoeg te eten. Wie echter leeglopers volgt, is onverstandig.
12 De goddeloze geniet van de kwaadaardigheid, maar de wortels van de rechtvaardige doen hem groeien en bloeien.
13 De boosdoener raakt verstrikt in zijn leugens, maar de rechtvaardige wordt gered uit de moeilijkheden.
14 Als iemand goede dingen zegt, geeft dat grote voldoening. Op hard werken volgen de zegeningen.
15 De dwaas denkt dat hij leeft zoals het hoort, maar het is beter goede raad te volgen en niet op eigen inzicht te vertrouwen.
16 De dwaas toont zijn woede zonder na te denken, terwijl een bedachtzaam mens zich vooralsnog beheerst.
17 Wie de waarheid spreekt, toont duidelijk wat is gebeurd, maar een vals getuige verdraait de zaak.
18 Sommigen slaan met hun kwetsende woorden als een zwaard om zich heen, maar wat de wijze zegt, kwetst niet en is heilzaam.
19 Iemand die de waarheid spreekt, blijft altijd overeind. Bedrog is slechts een tijdelijke zaak, want eerlijk duurt het langst.
20 Het hart van wie zint op kwaad, is vol bedrog, maar wie vreedzaamheid adviseert, kent blijdschap.
21 Rechtvaardige mensen gaan niet ten onder aan de tegenslagen, maar goddelozen wacht een heilloos einde.
22 De Here verafschuwt leugens, maar wie waarachtig leeft, vindt genade in Gods ogen.
23 Een bedachtzaam en verstandig mens laat zich niet voorstaan op zijn kennis, maar onverstandigen slaan dwaasheid uit.
24 Vlijtige mensen houden zelf het roer in handen. Wie dat niet doet, wordt overheerst en betaalt belasting aan een vreemde.
25 Zorgen maken het hart van een mens verdrietig, maar een bemoedigend woord maakt het weer blij.
26 Een rechtvaardige is beter dan zijn naaste, maar de goddeloze heeft geen inzicht en komt op een dwaalweg.
27 De bedrieger zal niet genieten van wat hij zich heeft toegeëigend, maar een vlijtig mens verdient de opbrengst van zijn werk.
28 Gerechtigheid brengt leven, maar de zonde leidt tot de dood.