Add parallel Print Page Options

Israël zal herbouwd worden

54 Zing, kinderloze vrouw! Barst uit in luid en vrolijk gezang, u die nooit moeder bent geworden. Want de verlaten vrouw heeft meer kinderen dan de vrouw die een man heeft. Maak uw huis groter, bouw er stukken bij aan, breid uw huis uit! Want u zult uit uw voegen barsten! Uw nakomelingen zullen de steden in bezit nemen die tijdens de ballingschap werden verlaten en zij zullen regeren over de volken die hun land in bezit namen. Wees niet bang, u zult niet langer in schande leven. Aan de schande van uw jeugd en de zorgen van uw weduwschap zal niet meer worden gedacht.

Want uw schepper zal uw ‘echtgenoot’ zijn. Here van de hemelse legers is zijn naam, Hij is uw verlosser, de Heilige van Israël, de God van de hele aarde. Want de Here heeft u uit uw verdriet omhoog getrokken, een jonge vrouw, verstoten door haar echtgenoot. Voor een korte tijd heb Ik u verstoten. Maar met een groot medelijden zal Ik u weer bij Mij laten terugkomen. In een moment van toorn keerde Ik mijn gezicht voor een korte tijd van u af, maar met eeuwige ontfermende liefde zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de Here, uw verlosser. Net als in de tijd van Noach, toen Ik zwoer dat Ik de aarde nooit meer door een grote watervloed zou laten overstromen, zweer Ik nu dat Ik mijn toorn nooit meer zo over u zal uitgieten als nu het geval is. 10 Want de bergen kunnen wegzakken en de heuvels verdwijnen, maar mijn eeuwige ontfermende liefde zal u niet verlaten. Mijn belofte van vrede aan u zal nooit worden gebroken, zegt de Here, die Zich over u ontfermt.

11 Ach mijn mishandeld volk, uit het lood geslagen en diep in de problemen, Ik zal u herbouwen op een fundament van saffieren. De muren van uw huizen zal Ik van kostbare juwelen maken. 12 Ik zal uw torens van glinsterend agaat en uw poorten en muren van glanzend edelgesteente maken. 13 En al uw kinderen zal Ik, de Here, onderwijzen en zij zullen grote voorspoed hebben. 14 U zult leven onder een rechtvaardig en eerlijk bewind. Uw vijanden zullen op een eerbiedige afstand blijven, in vrede zult u leven. De verschrikkingen van een oorlog zullen u niet meer teisteren. 15 Als een volk tegen u ten strijde trekt, ben Ik het niet die hen stuurt om u te straffen. Daarom zal dat volk worden verslagen, want Ik sta aan uw kant. 16 Ik schiep de smid die de kolen in de oven aanblaast en vernietigingswapens maakt. En Ik maakte de legers die vernietiging zaaien. 17 Maar in die tijd zal geen enkel wapen dat tegen u wordt opgeheven, succes hebben en elke leugen die in de rechtszaal tegen u wordt ingebracht, zult u kunnen weerleggen. Dat is de erfenis van de dienaars van de Here. Dit is de zegen die Ik u heb gegeven, zegt de Here.

Gezegend is hij die de Here zoekt

55 Is er iemand die dorst heeft? Kom dan maar hier en drink, ook al hebt u geen geld! Kom hier en kies uit wat u wilt drinken, wijn of melk. Alles is gratis! Waarom zou u uw geld uitgeven aan voedsel dat u geen kracht geeft? Waarom zou u betalen voor etenswaren die niets waard zijn? Luister, dan zal Ik vertellen waar u voedsel kunt krijgen dat goed is voor uw ziel! Kom hier bij Mij en zet uw oren goed open. Luister, want het gaat om het welzijn van uw ziel. Ik sta klaar om een eeuwig verbond met u te sluiten en u alle gunsten en liefde te geven die Ik ook aan koning David gaf. Hij bewees mijn macht door vreemde landen te onderwerpen. Ook u zult de volken bevelen en zij zullen zich haasten om u te gehoorzamen, niet vanwege uw eigen macht of kunde, maar omdat Ik, de Here uw God, u heb verheerlijkt.

Zoek naar de Here, zolang Hij Zich nog laat vinden. Roep tot Hem nu Hij nog dichtbij is. Laten de overtreders hun slechte wegen verlaten en elk plan tot zondigen uit hun gedachten bannen! Laten zij naar de Here, onze God, terugkeren. Dan zal Hij Zich over hen ontfermen, want Hij vergeeft grenzeloos veel! Mijn plannen zijn niet dezelfde als die van u en mijn gedachten zijn niet uw gedachten! Net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan die van u. Evenzo zijn mijn gedachten hoger dan de uwe. 10 Zoals de regen en de sneeuw vanuit de hemel naar beneden komen en op de grond blijven liggen om de aarde water te geven, het koren te laten groeien, zaad voor de boer en eten voor de hongerigen te produceren, 11 zo is mijn woord ook. Ik stuur het uit en het levert altijd vrucht op. Het doet alles wat Ik wil en bereikt datgene waarvoor Ik het wegstuur. 12 U zult in blijdschap en vrede leven. De bergen en heuvels, de bomen op het land, de hele wereld om u heen, zullen blij zijn. 13 Waar eens doornstruiken groeiden, zullen cipressen staan, in plaats van distels zullen mirtestruiken uit de aarde opschieten. Dit wonder zal de naam van de Here beroemd maken en zal een eeuwig teken zijn van Gods macht en liefde, waaraan nooit meer een einde komt.

God sluit niemand uit

56 Wees rechtvaardig en eerlijk tegen iedereen, zegt de Here God. Doe wat rechtvaardig en goed is, want Ik kom binnenkort om u te redden en mijn rechtvaardigheid te tonen. Gezegend is wie de sabbat in ere houdt, gezegend is wie zichzelf weerhoudt van slechte daden. Als iemand van een ander volk zich bij de Here aansluit, laat hij dan niet zeggen: ‘De Here zal mij achterstellen bij zijn eigen volk.’ Zelfs als hij een eunuch is, moet hij niet denken minderwaardig te zijn. Want dit zeg Ik over de eunuch die de sabbat in ere houdt, zich gedraagt zoals Ik dat wens en weet dat hij deel uitmaakt van mijn verbond: Ik zal hem in mijn huis, binnen mijn muren een naam geven die uitgaat boven de eer die hij zou ontvangen als hij zonen en dochters had. Want de naam die Ik hem zal geven, is een eeuwige, hij zal nooit verdwijnen.

Ja, allen die zich bij het volk van God voegen hoewel zij behoren tot een ander volk, Hem dienen en zijn naam liefhebben, zijn dienaars zijn en de sabbat niet ontheiligen en die zijn verbond en beloften hebben aanvaard, zal Ik ook naar mijn heilige berg brengen. Ik zal hen vol vreugde maken in mijn huis van gebed. Ik zal hun offers en geschenken aannemen, want mijn tempel zal ‘Huis van gebed voor iedereen’ worden genoemd!

Want de Here God, die de uitgestotenen van Israël terugbrengt, zegt: naast mijn volk Israël zal Ik daar ook anderen brengen.

Slechte leiders

Kom, wilde dieren van het land, kom eten, dieren van de bossen, verscheur mijn volk. 10 Want de wachters van mijn volk zijn allemaal blind voor het gevaar. Het zijn leeghoofden die geen alarm slaan als het gevaar komt. Zij houden van zomaar wat liggen, van slapen en mooie dromen. 11 Zij zijn net zo gulzig als honden, nooit hebben zij genoeg, het zijn domme herders die alleen op hun eigen welzijn letten en elke kans benutten om er zelf beter van te worden. 12 ‘Vooruit,’ zeggen zij, ‘laten wij wat wijn halen en een feest houden, laten we ons eens lekker bedrinken. Dit is pas leven, zo mag het wel altijd blijven. En morgen wordt het nog mooier!’

De vrede van God

57 Rechtvaardige mensen verdwijnen, de vromen sterven te vroeg, maar niemand schijnt zich er iets van aan te trekken of zich af te vragen waarom dat gebeurt. Niemand schijnt te beseffen dat God hen wegneemt voordat de kwade dagen komen. Zij zullen in vrede rusten, allen die in hun leven de rechte weg bewandelen. Maar u: kom hier, heksenzonen, kinderen van echtbrekers en overspelige vrouwen! Wie bespot u? Tegen wie trekt u gezichten en steekt u de tong uit? Kinderen van zondaars en leugenaars! Met veel overgave aanbidt u uw afgoden in de schaduw van elke boom en in de dalen slacht u uw kinderen als mensenoffers onder de overhangende rotsen. De gladde stenen in de dalen zijn uw goden. U aanbidt ze en zij, niet Ik, zijn uw erfenis. Moet dit alles Mij gelukkig maken? 7,8 U hebt overspel gepleegd op de heuveltoppen, want u aanbidt daar uw afgoden en laat Mij in de steek. Achter gesloten deuren zet u uw afgodsbeelden op en aanbidt niet Mij, maar iemand anders. Dat is overspel, want u geeft deze afgoden uw liefde in plaats van Mij lief te hebben. U bracht geurig reukwerk en parfum als geschenk naar Moloch. U hebt ver gereisd, zelfs naar het dodenrijk, om nieuwe goden te vinden van wie u kon houden. 10 U werd moedeloos tijdens het zoeken, maar u gaf het niet op. U sprak uzelf moed in en ging door. 11 Waarom was u banger voor hen dan voor Mij? Hoe is het mogelijk dat u zelfs geen moment aan Mij hebt gedacht? Ben Ik te vriendelijk geweest, zodat u voor Mij geen angst voelt? 12 En dan zijn daar uw ‘gerechtigheid’ en uw ‘goede werken’, maar die zullen u niet redden. 13 Laten we maar eens kijken of uw hele verzameling afgoden u kan helpen als u schreeuwt om hulp! Zij zijn zo zwak dat de wind ze zonder moeite wegblaast! Ze tuimelen al om van een ademtocht.

Maar wie op Mij vertrouwt, zal het land bezitten en mijn heilige berg erven. 14 Ik zal zeggen: herstel de weg! Haal de rotsen en stenen weg! Maak een goed begaanbare hoofdweg klaar voor de terugkomst van mijn volk uit gevangenschap.

Jeruzalems bevolking zal terugkomen en God zal de stad beschermen

54 De Heer zegt: "Juich, vrouwe Jeruzalem, ook al heb je geen kinderen gekregen. Je mag toch jubelen en juichen. Want jij, eenzame vrouw, zal meer kinderen hebben dan de getrouwde vrouw, zegt de Heer. Kies een ruime plek voor je tent. Zet een grote tent neer. Gebruik grote tentkleden, wees niet zuinig. En gebruik lange touwen. Sla de tentpinnen stevig in de grond. Want je zal naar het noorden en naar het zuiden uitbreiden. Je bewoners zullen de andere volken uit je land wegjagen. Ze zullen de verwoeste steden weer gaan bewonen.

Wees niet bang, Jeruzalem, want je zal niet teleurgesteld worden. Je zal niet rood van schaamte hoeven te worden. Want je zal niet meer voor schut staan. Je zal vergeten hoe je je vroeger hebt geschaamd. Je zal niet meer denken aan de tijd dat je zo alleen was als een weduwe. Want je Maker is jouw Man. Hij zal voor je zorgen. Zijn naam is 'Heer van de hemelse legers.' Je zal worden bevrijd door de Heilige God van Israël. Hij zal de God van de hele aarde worden genoemd.

Jeruzalem, je was diep bedroefd omdat Ik, jouw Man, je had weggestuurd. Maar nu heb Ik je weer geroepen. Ik ben nog steeds je Man, net als vroeger, zegt jouw God. Ik heb je maar voor een korte tijd verlaten. Want Ik zal medelijden met je hebben. Ik zal je weer bij Mij in huis nemen. Omdat Ik boos was, heb Ik Me een korte tijd voor je verborgen. Maar Ik zal weer met eeuwige liefde voor je zorgen, zegt de Heer, je Redder.

In de tijd van Noach heb Ik gezworen dat de hele aarde nooit meer door een grote overstroming zal worden overspoeld. En nú zweer Ik, dat Ik niet meer boos op je zal zijn en je niet meer zal bedreigen. 10 De bergen kunnen instorten en de heuvels kunnen wankelen, maar mijn liefde voor jou zal niet ophouden. Mijn vredesverbond met jou zal voor altijd blijven bestaan, zegt de Heer die medelijden met je heeft.

11 Jeruzalem, nu ben je er ellendig aan toe. Je bent zó mishandeld! En niemand troost je. Maar Ik zal je stenen met prachtig gekleurd cement weer op elkaar metselen. Ik zal je opbouwen op een fundament van saffieren. 12 Ik zal je ramen maken van kristal, je poorten van robijnen en je muren van edelstenen. 13 Al je bewoners zullen Mij leren kennen. Ze zullen gelukkig zijn en vrede hebben. 14 Je zal leven zoals Ik het wil. Daardoor zul je stevig blijven staan. Je zal nooit meer onderdrukt worden. Je hoeft nooit meer bang te zijn. Want er zal je niets gebeuren. 15 Let op, je zal wel door vijanden aangevallen worden, maar dat is niet op mijn bevel. Daarom zullen ze je niet kunnen veroveren.

16 Let op, Ik heb de smid gemaakt die het vuur aanblaast en wapens maakt. En Ik heb ook de vernietiger gemaakt om te vernietigen. 17 Maar geen enkel wapen dat wordt gesmeed om tegen jou gebruikt te worden, zal jou nog kwaad kunnen doen. En elke rechtszaak die anderen tegen jou beginnen, zul jij winnen. Dit is wat Ik aan mijn dienaren geef. Dit is hoe Ik hen vrijspreek van schuld, zegt de Heer."

God is de enige die kan zorgen dat het werkelijk goed met de mensen gaat

55 De Heer zegt: "Laat iedereen die dorst heeft, bij Mij water komen halen. En laat iedereen die geen geld heeft, bij Mij brood komen kopen, en eten. Kom, koop bij Mij zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom tellen jullie geld af voor iets wat geen brood is? Waarom betalen jullie veel voor iets wat niet helpt tegen de honger? Luister goed naar Mij, dán hebben jullie voedzaam eten. En dan zal jullie binnenste genieten van de overvloed. Spits jullie oren voor wat Ik zeg en kom naar Mij toe. Luister naar mijn woorden, dan zullen jullie leven. Ik zal met jullie een eeuwig verbond sluiten, zo sterk als mijn verbond met koning David.[a]

Let op, hij is mijn getuige voor de landen. Ik maakte hem koning en heerser over de volken. Let op, jullie zullen een ver volk roepen, een volk dat jullie niet kenden. En dat volk dat jullie niet kende, zal van ver snel naar jullie toe komen. Daar zal Ik voor zorgen, omdat Ik dat wil, Ik, jullie Heer God, de Heilige God van Israël. Ik maak jullie machtig."

Jesaja zegt: Zoek de Heer terwijl Hij Zich laat vinden. Roep Hem om hulp, terwijl Hij dichtbij is. Laten de mensen die zich niets van God aantrekken, een nieuw leven beginnen. En laten de slechte mensen van gedachten veranderen. Laten ze de Heer weer gaan dienen. Dan zal Hij goed voor hen zijn. Laten ze teruggaan naar onze God, want Hij vergeeft alles.

De Heer zegt: "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer. Want net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn plannen hoger dan jullie plannen. Mijn plannen gaan jullie verstand ver te boven. De dingen die Ik doe, zijn voor jullie niet te begrijpen. 10 De regen en de sneeuw vallen uit de hemel en gaan daar niet naar terug. Maar ze maken de aarde nat en vruchtbaar, zodat er planten gaan groeien. Die planten zorgen voor zaad voor de zaaier en voor brood voor de eter. 11 Net zo zullen de woorden die Ik spreek, niet naar Mij terugkomen zonder dat ze hun werk hebben gedaan. Wat Ik zeg, zal gebeuren."

12 Jesaja zegt: Jullie zullen blij op reis gaan en veilig in Israël aankomen. De bergen en de heuvels zullen over jullie juichen. De bomen in het veld zullen in hun handen klappen. 13 Op de plaats van doornstruiken zullen cipressen gaan groeien. Op de plaats van distels zullen wilgen gaan groeien. Dit zal de Heer voor eeuwig beroemd maken. Nooit zullen de mensen vergeten wat Hij heeft gedaan.

Gods zegen is voor alle mensen

56 Dit zegt de Heer: "Houd je aan mijn wetten en wees rechtvaardig. Nog even en dan kom Ik jullie redden. Dan zal te zien zijn dat Ik rechtvaardig ben. Het zal heerlijk voor de mensen zijn als ze zich aan de heilige rustdag houden. Het zal heerlijk voor hen zijn als ze niets slechts doen. Mensen van andere volken die de Heer zijn gaan dienen, moeten niet zeggen: 'De Heer zal mij wel niet bij zijn volk willen hebben.' En mannen die geen kinderen kunnen krijgen, hoeven niet te denken: 'Ik ben maar een dorre boom. Omdat ik geen kinderen kan krijgen, hoor ik er niet bij.' Want Ik ben ook hún Heer, zegt de Heer. Als ze zich aan mijn heilige rustdag en mijn feesten houden, en als ze willen leven zoals Ik het wil, en als ze zich aan mijn verbond houden, dan zal Ik hun een plaats geven in mijn tempel, binnen de muren van mijn stad. Ik zal hun een nieuwe naam geven. Dat is nog beter dan wanneer hun naam blijft voortbestaan in hun kinderen. Want de naam die Ik hun zal geven, zal een eeuwige naam zijn, een naam die altijd zal blijven bestaan.

En tegen de mensen van andere volken zeg Ik: Als jullie Mij willen dienen en van Mij houden, en als jullie je aan mijn heilige rustdag en aan mijn verbond houden, dan zal Ik jullie naar mijn heilige berg brengen. Daar zal Ik een feest voor jullie klaarmaken in mijn gebedshuis. Ik zal blij zijn met jullie brand-offers op mijn altaar. Want mijn tempel zal een gebedshuis voor alle volken worden genoemd. Ik, de Heer, verzamel de mensen die uit Israël waren weggejaagd. En Ik zeg dat Ik nog méér mensen zal verzamelen dan er al teruggebracht zijn."

God veroordeelt de leiders van zijn volk

De Heer zegt: "Wilde dieren, kom hier om te eten! Dieren van het bos, kom! 10 De leiders van dit volk letten helemaal niet op. Ze zijn blind en ze weten niets. Ze zijn als waakhonden die niet kunnen blaffen. Ze liggen te dommelen. Ze houden van slapen. 11 Maar het zijn vraatzuchtige honden! Ze hebben nooit genoeg gegeten. Ze zijn wel herders, maar ze letten niet op de schapen. Ze doen alleen waar ze zin in hebben. Ze zijn alleen uit op hun eigen belang. Allemaal. 12 'Kom,' zeggen ze, 'ik zal wijn halen. Laten we lekker dronken worden. En morgen feesten we weer. Ja, morgen houden we een nog veel groter feest.' " (lees verder)

God veroordeelt de leiders van zijn volk (vervolg)

57 Jesaja zegt: Goede mensen worden gedood en niemand trekt het zich aan. Mensen die leven zoals God het wil, worden vermoord en niemand kijkt naar ze om. Niemand bedenkt dat dat gebeurt doordat er onrecht is. Maar die vermoorde mensen hebben wel rust gekregen: de rust van de dood. Maar de Heer zegt tegen de bewoners van Jeruzalem: "Jullie moeder (Jeruzalem) houdt zich bezig met waarzeggerij! En jullie zijn ontrouw aan Mij! Kom nu hier! Over wie maken jullie je vrolijk? Wie schelden jullie uit? Tegen wie steken jullie je tong uit? Jullie zijn door en door slecht. Jullie zijn leugenaars. Jullie aanbidden allerlei goden onder de eikenbomen en onder elke grote boom. Jullie houden daar seksfeesten. Jullie slachten kinderen in de dalen en ravijnen als offer aan jullie goden. Jullie lezen de toekomst uit de gladde stenen in de beek. Jullie offeren er brood en wijn. Zou Ik doen alsof dat niet erg is? Jullie hebben op de bergen andere goden aanbeden en vereerd met jullie offers. Aan jullie deurposten en deuren hebben jullie amuletten opgehangen.[b] Jullie lopen bij Mij weg en hebben seks met allerlei vrouwen. Jullie slaan je bed wijd open! Jullie doen van alles wat Ik verboden heb. Jullie brengen olie en allerlei heerlijke zalven naar de god Moloch. Jullie sturen boodschappers naar verre landen om met hen een verbond te sluiten, zelfs naar het dodenrijk. 10 Jullie zijn moe van jullie lange reizen, maar toch gaan jullie ermee door. Steeds weer vinden jullie kracht om verder te gaan. Daarom geven jullie het niet op.

11 Voor wie waren jullie zo bang, dat jullie logen en ontrouw aan Mij werden en Mij verlieten? Jullie hebben zelfs niet aan Mij gedacht! Heb Ik zo lang gezwegen, dat jullie geen ontzag meer voor Mij hadden? 12 Ik zal jullie laten zien wat jullie aan het doen zijn. En wat jullie doen, zal jullie dan niet kunnen redden. 13 Laat jullie eigen verzameling goden je maar komen redden als jullie om hulp schreeuwen. Maar de wind zal jullie goden meenemen. Eén windvlaag blaast hen allemaal weg. Maar mensen die op Mij vertrouwen, zullen in het land mogen blijven wonen. Mijn heilige berg zal van hen zijn. 14 De mensen zullen zeggen: 'Maak de weg vrij! Maak de weg vrij! Haal alle stenen van de weg af, zodat mijn volk niet zal struikelen.'

Footnotes

  1. Jesaja 55:3 Gods verbond met David was een eeuwig verbond. Lees 1 Kronieken 17:11-14.
  2. Jesaja 57:8 God had gezegd dat ze zijn wet aan hun deurposten moesten hangen. Lees Deuteronomium 6:4-9. In plaats daarvan hadden ze amuletten opgehangen.

De wapens die God geeft

Kinderen, gehoorzaam je ouders. Dat is goed omdat de Here hun gezag over jullie heeft gegeven. ‘Heb eerbied voor uw vader en moeder.’ Dat is het eerste gebod waaraan een belofte is verbonden: ‘Als je je vader en moeder eert, zal het je goed gaan en zul je een lang leven hebben.’

Ouders, behandel uw kinderen zo dat zij niet dwars en haatdragend worden. Voed ze zo op dat ze de Here leren volgen en liefhebben.

Slaven, gehoorzaam uw aardse meesters met eerbied en ontzag. Dien hen met heel uw hart, zoals u Christus dient. Werk niet alleen goed als uw meester toekijkt, maar ook als hij u alleen laat. Doe uw werk als een dienaar van Christus, die van ganser harte wil doen wat God vraagt. U weet toch dat de Here u zal belonen voor alle goede dingen die u gedaan hebt, of u nu slaaf bent of vrij man.

Slaveneigenaars, u moet op uw beurt uw slaven goed behandelen. Spreek hen niet dreigend toe. U moet niet vergeten dat u zelf slaven van Christus bent. U hebt dezelfde Meester als zij en voor Hem bent u elkaars gelijken.

10 Ten slotte nog dit: word sterk door één met de Here te zijn en zijn grote kracht in u te laten werken. 11 Bewapen u met alle wapens die God ons geeft. Dan zal de duivel met zijn slinkse streken u geen kwaad kunnen doen. 12 Want wij vechten niet tegen mensen, maar tegen onzichtbare wezens: de duivelse heersers en machten die deze donkere wereld tiranniseren, boosaardige geesten in de onzichtbare wereld om ons heen. 13 Bewapen u dus met al Gods wapens om u te kunnen verdedigen als de vijand aanvalt. Dan zult u, na grote dingen te hebben gedaan, ongeslagen uit de strijd tevoorschijn komen. 14 Maak u klaar! Doe de gordel van de waarheid om en gesp het borstpantser van de rechtvaardigheid aan. 15 Trek de schoenen aan van de bereidheid om het goede nieuws van de vrede met God bekend te maken. 16 In elk gevecht zult u het geloof nodig hebben, als een schild waarmee u alle brandende pijlen van de duivel kunt doven. 17 U zult niet zonder de helm van de redding kunnen of zonder het zwaard van de Geest, het woord van God.

18 Bid voortdurend en laat u daarbij leiden door de Heilige Geest. Verslap daarin niet, maar houd vol en bid onafgebroken voor de andere christenen. 19 Bid ook voor mij, vraag God mij de juiste woorden te geven als ik mijn mond opendoe, zodat ik vrijmoedig het geheimenis van het goede nieuws bekend mag maken. 20 Als gezant van de Here zit ik hier vast in de gevangenis. Bid daarom dat ik onbevreesd zal zeggen wat ik zeggen moet.

21 Tychikus, een dierbare broeder en een trouwe hulp in het werk van de Here, zal u precies vertellen hoe het met mij gaat. 22 Daarom stuur ik hem naar u toe, om u te laten weten hoe het met ons is, om u daarmee te bemoedigen.

23 Broeders en zusters, ik vraag God de Vader en de Here Jezus Christus u de vrede en de liefde te geven die het geloof met zich meebrengt. 24 Allen die een blijvende liefde voor onze Here Jezus Christus hebben, wens ik de genade van God toe.

Read full chapter

Omgang met elkaar

Kinderen, wees in de Heer gehoorzaam aan jullie ouders, want dat is zoals het hoort. Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen.[a] Want dat is de eerste leefregel van de Tien Leefregels waar God een belofte bij heeft gegeven.[b] Die belofte is: "Als jullie dat doen, zal het goed met jullie gaan en zullen jullie lang leven op aarde."

Vaders, maak jullie kinderen niet boos en irriteer ze niet. Voed hen op Gods manier op en vertel hun over Hem.

Slaven,[c] gehoorzaam jullie aardse meesters met respect. Dien hen zoals jullie Christus zouden dienen. Werk niet alleen hard om een goede indruk op hen te maken. Maar doe van harte wat God van jullie vraagt, als slaven van Christus. Dien je meester met je hele hart, alsof je de Heer dient in plaats van een mens. Want jullie weten dat iedereen van de Heer een beloning zal krijgen voor alle goede dingen die hij heeft gedaan. Het maakt voor Hem niet uit of je een slaaf bent of een vrij mens.

Meesters, wees goed voor jullie slaven. Bedreig hen niet. Want jullie dienen dezelfde Heer in de hemel als zij, en voor Hem zijn alle mensen gelijk.

De wapenrusting die God geeft

10 Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer. 11 Doe de hele wapenrusting van God aan. Dan kan de duivel jullie met zijn sluwe streken geen kwaad doen. 12 Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen de onzichtbare leiders, machten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld. 13 Doe daarom de hele wapenrusting van God aan. Dan kun je je verdedigen als het kwaad je aanvalt. En dan kun je ook blijven staan als je alles hebt gedaan wat je moest doen.

14 Ga dus staan en bind om je heupen de waarheid[d] als een riem. Trek rechtvaardigheid[e] aan als een pantser. 15 Wees bereid om het goede nieuws van de vrede met God aan de mensen te brengen. Dat zijn je schoenen. 16 Houd vooral vast aan het geloof. Je geloof is je schild. Houd dat schild omhoog zodat je alle brandende pijlen kan uitdoven die de duivel op je afschiet. 17 Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. 18 En bid bovendien met alle soorten van bidden en smeken, bij alles wat zich voordoet. Laat je daarbij leiden door de Heilige Geest. Let er op dat je dat doet. Bid zonder ophouden voor alle gelovigen. 19 Bid ook voor mij. Bid dat God mij steeds de goede woorden zal geven. Bid dat ik vol geloof en zonder vrees het geheim van het goede nieuws van God bekend zal maken. 20 Want dat is de taak die God mij heeft gegeven en waarvoor ik nu met boeien vastzit. Bid dat ik zal zeggen wat ik moet zeggen, vol geloof en zonder vrees.

Slot

21 Tychikus zal naar jullie toe komen om te vertellen hoe het met mij gaat. Ik houd heel veel van hem en hij dient mij heel trouw. 22 Ik heb hem gestuurd zodat jullie zullen weten hoe het met ons gaat. Ook zal hij jullie bemoedigen. 23 Broeders en zusters, ik bid dat jullie vol zullen zijn van de vrede, de liefde en het geloof van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. 24 Ik bid dat God in alles goed zal zijn voor iedereen die voor eeuwig van onze Heer Jezus Christus houdt.

Read full chapter

Footnotes

  1. Efeziërs 6:2 Lees Matteüs 15:4 en 5.
  2. Efeziërs 6:2 Lees Exodus 20:12.
  3. Efeziërs 6:5 In Paulus' tijd waren de slaven mensen van volken die door de Romeinen of de Grieken overwonnen waren. Over het algemeen werden ze goed behandeld. Veel van hen hadden een hoge positie. Ze verdienden geld en konden zich daarmee op den duur vrijkopen. Het grote verschil met een vrij mens was, dat ze niet weg mochten. Hun tijd en arbeid waren van hun meester. De 19e eeuwse slavernij was heel anders. Die slaven werden niet behandeld als mensen, omdat ze een andere huidskleur hadden. Ze werden mishandeld, kregen geen loon en konden zich nooit vrijkopen. Ze waren tot hun dood met lichaam, tijd en arbeid van hun meester. Dit is niet het soort slavernij waar Paulus het over heeft. Die slavernij waarin mensen zwaar mishandeld werden, is juist afgeschaft dankzij de inzet van gelovige mensen.
  4. Efeziërs 6:14 Lees Efeziërs 1:13. Dus niet zomaar 'de waarheid' in het algemeen, maar de waarheid van het goede nieuws.
  5. Efeziërs 6:14 Lees Romeinen 5:1 en 2. Met rechtvaardigheid wordt bedoeld: leven zoals God het wil, en vrij zijn van schuld omdat Jezus je heeft vrijgesproken van je schuld (namelijk schuld vanwege de verkeerde dingen die je had gedaan).

70 Een lied van David voor de koordirigent. Bij het gedenkoffer.

O God, kom mij snel bevrijden!
Help mij toch, Here!
Laat de mensen die mij willen ombrengen,
beschaamd staan,
laten zij die mij in het ongeluk willen storten,
terugdeinzen en beschaamd staan.
Laten zij die mij uitlachen,
maar weglopen van schaamte.
Laat allen die U zoeken,
juichen en jubelen, zich in U verblijden.
Laten zij die U en uw redding liefhebben,
voortdurend U loven en grootmaken.

Read full chapter

Psalm 70

Een lied van David. Voor de leider van het koor. Ter herinnering.

God, kom mij snel helpen.
Heer, kom mij redden!
Ze willen me doden.
Zorg dat hun plannen niet slagen.
Zorg dat mijn vijanden voor schut zullen staan,
rood van schaamte.
Reken af met de mensen
die zich alvast verheugen over mijn dood.
Maar laten de mensen die naar U verlangen
weer jubelen en juichen.
Zorg dat de mensen die van U houden
aldoor kunnen zeggen: "God is goed!"

Read full chapter

Wie van plan is iets verkeerds te doen, wordt een uitvinder van schandelijke verzinsels genoemd.

Read full chapter

Iemand die altijd slechte bedoelingen heeft,
wordt een schurk genoemd.

Read full chapter