2 Koningen 10:29
Print
Alleen haalde hij de gouden kalveren in Bet-El en Dan niet weg. Dat waren de kalveren die koning Jerobeam, de zoon van Nebat, daar had neergezet en samen met Israël had aanbeden. De mensen gingen gewoon door met het aanbidden van de kalveren.
Hij vernietigde de gouden kalveren in Betel en Dan echter niet. De verering van deze beelden was de grote zonde van Jerobeam, de zoon van Nebat, waarin heel Israël werd meegesleept.
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.