Er stonden engelen boven Hem. Elke engel had zes vleugels. Met twee vleugels bedekten de engelen hun gezicht, met twee vleugels bedekten ze hun voeten en met twee vleugels vlogen ze.
Boven Hem zweefden machtige serafs met zes vleugels. Met twee vleugels bedekten zij hun gezichten, met twee andere bedekten zij hun voeten en met de andere twee vlogen zij.